Brein PiekFijn
Beeldend leren, Hersentraining

Beeldend leren

 

Wat is beeldend leren? 
Beeldend leren is een methode voor beelddenkers. Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen, niet in woorden en begrippen. Het geheel wordt in één oogopslag gezien. Maar beelddenken is nog meer dan denken in plaatjes. Het is een manier van ‘zijn’. Naast de leerproblemen zijn er ook vaak sociaal-emotionele problemen. Geen enkele beelddenker is hetzelfde. Beelddenkers zijn vaak mensen met: AD(H)D, Autisme, Dyslexie, Dyscalculie, Hoogbegaafdheid, Hoog sensitiviteit en TOS.

Brein PiekFijn hanteert methodes om de leerstof beeldend te maken, voor zowel kinderen als volwassenen, soms in combinatie met Neurofeedback. Alles wordt afgestemd op de cliënt zodat er meer rust en orde ontstaat in het hoofd.

Indien het kinderen betreft krijgen ouders tips over hoe ze om kunnen gaan met de beelddenker. Deze tips kunnen ze vervolgens thuis samen met hun kind toepassen. Belangrijk is dat er begrip is voor hoe het er aan toe gaat in het hoofd van de beelddenker.


Hersenhelften
De hersenen bestaan uit 2 hersenhelften waarvan de rechter aanvankelijk dominanter is dan de linker. Vanaf het 3e / 4e jaar wordt de linkerhelft dominanter. Bij beelddenkers gebeurt dit echter niet. Beelddenkers willen daarom dat er direct in hun behoefte wordt voorzien. Het huilen en zwaaien met armen en benen van een baby om aandacht te krijgen, kun je vergelijken met beelddenkers die ook aandacht vragen door driftig of druk gedrag te vertonen. Er zijn echter ook beelddenkers die juist rustig en verlegen overkomen.


Informatie verwerking
De hersenen nemen dingen op, verwerken het, dan onthouden we het zodat je het later weer kunt gebruiken. Dit kan door middel van: horen, voelen, denken en zien. De beelddenkers gebruiken hierbij voornamelijk het zien.
Beelddenkers kunnen daardoor meervoudige opdrachten en leerstof moeilijk onthouden. Dit komt doordat ze er geen beeld bij hebben. Dit leidt vaak tot problemen en ergernis omdat de beelddenker het geheel van de opdrachten kwijt is.

Voorbeeld:
Op school constateerde ik dat wanneer ik een rekenles wilde geven en zei: “Pak je rekenboek, rekenschrift, pen, potlood en liniaal” dat de beelddenkers vaak alleen een schrift of juist iets anders op hun tafel hadden. Je kan het dan nog herhalen, maar zonder hulp kunnen ze vaak niet al deze spullen op hun tafel leggen.

Ook thuis geeft dit vaak problemen want als de beelddenker bijvoorbeeld zijn jas aan moet trekken, zijn tas pakken en daarin de gymspullen doen en vervolgens ook nog drinken in de tas moet stoppen, de fiets uit de schuur halen en naar school gaan dan zijn dat te veel opdrachten. De beelddenker vergeet dan vaak dingen wat weer tot ergernis leidt. De beelddenker is het overzicht van het geheel bij dit soort opdrachten kwijt.

Dit probleem is op een beeldende manier op te lossen.


Huidig onderwijs
Het huidige leersysteem gaat niet uit van een kind met een beeldend brein. Hierdoor leren deze kinderen voor hen niet optimale leertechnieken aan, wat voor niet optimale resultaten zorgt en vaak frustraties met zich meebrengen. Waar ze hun hele leven verder last van hebben.

Beelddenkers leren top down, dat houdt in dat ze het hele plaatje moeten zien en niet steeds losse puzzelstukjes. De schoolmethodes zijn gericht op losse stukjes, dit omdat voor veel kinderen het geheel in een keer te veel is om te bevatten. 

Omdat de manier van informatieverwerking bij beelddenkers anders is dan de reguliere wijze vereist, worden deze leerlingen onzeker en ontwikkelen daardoor sneller faalangst. Bij faalangst neemt de linker hersenhelft de leiding. Deze leerlingen raken hierdoor gericht op details waardoor ze niet meer het hele overzicht zien. Het overzicht hebben ze echter nodig om de informatie op hun eigen wijze te kunnen verwerken. Het leren wordt dus nog lastiger en de faalangst nog groter.

Dit zie ik op school ook terug bij de leerlingen die ik begeleid. Als ze iets niet kunnen en ik ga het samen met hen bespreken dan zitten hun oren vaak symbolisch gezien dicht. Door alles in kleine stapjes te vertellen en hen deze stapjes daarna zelf te laten doen krijgen ze weer vertrouwen dat ze het zelf kunnen. Meestal hoor je dan aan het eind: “ O, was dat alles!”

Ook kan het gebeuren dat kinderen een onverschillige houding krijgen. Dit omdat het toch nooit lukt, waarom zou je na zo vaak geprobeerd te hebben nog steeds je best doen?

Brein PiekFijn coacht zodanig dat een studie zelfstandig kan worden voortgezet en het aangeleerde tijdens het dagelijks functioneren gebruikt kan worden.


Sociale- en emotionele kenmerken
Beelddenkers herkennen zichzelf vaak als hoog sensitief dit omdat bij hen indrukken veel emotioneler binnenkomen. De indrukken worden niet gescheiden in zicht, gehoor, gevoel en tast maar komen als geheel binnen. Dat is veel intenser waardoor het ook veel langer in hun geheugen blijft. Ze lezen ook de lichaamstaal van anderen veel gemakkelijker en voelen daardoor ook emoties veel sterker aan.

Beelddenkers kijken vaak eerst de kat uit de boom omdat alle indrukken ongefilterd bij hen binnenkomen. Het is voor hen daardoor moeilijk om zich goed te oriënteren en voor buitenstaanders lijken ze daarom verlegen of wild. Doordat te veel prikkels bij beelddenkers binnenkomen kunnen ze angstig worden of juist ongeremd op een prikkel reageren, zoals roepen, slaan of schoppen. Het is voor hen dus belangrijk om regelmatig rustmomenten in te lassen. 

Ze kunnen wel extreem hyperfocussen op een onderwerp van hun interesse, en laten dat dan niet los. Dit is een positieve eigenschap want daardoor zijn ze vaak heel vindingrijk en kunnen de mooiste projecten uitwerken.

Op school heb ik gezien dat wanneer een beelddenker onenigheid heeft met een andere leerling, hij dan denkt voor altijd ruzie met deze leerling te hebben. Ook is het zo dat wanneer de leerkracht boos wordt ze dan soms een week lang helemaal van slag kunnen zijn en het vaak op zichzelf betrekken terwijl het helemaal niet voor hen bedoeld was. Aan het eind van de week kan je ook zien dat beelddenkers zo moe zijn dat er daardoor veel fout gaat. Ze hebben vaker ruzie, huilen meer en zijn duidelijk doodop.

Binnen een gezin en ook bij andere sociale contacten kan het voor de beelddenker en zijn omgeving lastig zijn om te functioneren. Daarom is het heel belangrijk dat de leefomgeving van de beelddenker betrokken wordt bij het hulpproces.


Planning en tijdsbesef
Beelddenkers hebben vaak problemen met het plannen en tijdsbesef. Het is dus belangrijk dat er rekening mee wordt gehouden dat de beelddenker een goede planning nodig heeft en een tijdsbesef waar hij zich aan kan houden. Dit leer ik visueel te maken.


Concentratieproblemen

Zintuiglijke overprikkeling
Bij een beelddenker komt alles tegelijk binnen. Ook zijn ze snel afgeleid omdat ze de wereld veel intensiever beleven dan een woorddenker. De beelddenker raakt hierdoor snel overprikkeld en er volgen dan concentratieproblemen, angsten of vermoeidheidsklachten. Er zijn verschillende mogelijkheden om er voor te zorgen dat prikkels minder heftig binnen komen. Ook is het erg belangrijk om gedurende de dag rustmomenten in te lassen.

Voorbeeld
Dit gebeurt onder andere op school en op het werk. Als de beelddenker in de klas moet luisteren naar de leerkracht of op het werk naar een collega hoort hij ook wat er op de gang gebeurd, hij ruikt de inkt die uit zijn pen komt, hoort dat het gaat regenen, hoort dat er auto’s rijden, ziet dat een ander iets laat vallen, hoort het geritsel van papier en voelt ook emoties van anderen. Hierdoor is het erg druk in het hoofd van de beelddenker door alle prikkels die binnenkomen. Thuis moet de beelddenker deze prikkels van de hele dag nog verwerken, hierdoor is hij vaak oververmoeid, prikkelbaar en kan slecht slapen.


Snel associaties leggen
De beelddenker is snel afgeleid doordat zijn brein veel associaties legt. Door de snelheid van het denkproces in beelden kan hij zo van het ene onderwerp in het andere onderwerp terecht komen. Op sommige momenten is dit een nadeel, op andere momenten maakt dit creatieve denkproces de beelddenker uniek in het vinden van oplossingen voor problemen.

Voorbeeld:
Als je met een beelddenker bijvoorbeeld een gesprekje hebt over de boerderij, en je noemt een koe dan kan de beelddenker al snel denken aan melk, dan aan oma want die maakt van de melk chocolademelk en dat vindt hij zo lekker, maar meteen dwalen de gedachten dan weer af aan de logeerpartij bij oma waarbij hij een nieuw computerspel had gespeeld en zo zit je nog te praten over de boerderij maar dat komt niet meer binnen want de beelddenker is al bezig met het level van het computerspel wat hij speelde. Concentratie op één onderwerp is hierdoor erg moeilijk voor beelddenkers.


Hyperfocus
Verder kunnen beelddenkers extreem hyperfocussen op een onderwerp. Dit is eigenlijk meer een kracht dan een zwaktepunt. Wel moeten ze leren om dit te kunnen parkeren, zodat ze met meer dingen tegelijkertijd bezig kunnen zijn.


Voordelige - en nadelige eigenschappen voor beelddenken

Voordelige eigenschappen zijn:
o  Creatief vermogen
o  Nieuwsgierigheid
o  Gevoel voor ritme
o  Ruimtelijk inzicht
o  Denken vanuit een totaalbeeld
o  Driedimensionaal kijken
o  Bewust van hun omgeving
o  Verbeelding / Fantasie
o  Intensere beleving
o  Out of the box denken
o  Uitermate intuïtief
o  Denkt 1000x sneller dan een woorddenker


Nadelige eigenschappen zijn:
o  Moeite met taal, spelling en lezen
o  Moeite met cijfers en rekenen
o  Slecht in plannen zijn en weinig tijdsbesef
o  Slechte oriëntatie
o  Voorkeur voor primair denken
o  Zeer sensitief
o  Kunnen gedachten als realiteit ervaren

Wat kan Brein PiekFijn betekenen?
De leerstof wordt aangepast op de beelddenker via een beeldende methode, zodat de beelddenker zich de leerstof eigen kan maken. Dit zodanig dat ze hierna zelfstandig hun studie kunnen voortzetten en ook goed mee kunnen in de maatschappij.

Wat kun je verwachten:

  • Veel beeldende materialen en spellen om leerstof eigen te maken
  • Methodes aangepast aan de leefwereld van de leerling
  • Op een creatieve manier informatie eigen maken
  • Snelle vooruitgang, gemiddeld stijgen kinderen 1 a 2 niveaus bij de Cito-toetsten
  • Leren hoe mee te kunnen in het huidige schoolsysteem
  • Ouders kunnen tips krijgen

Verbetering van spelling, werkwoordspelling, grammatica, lezen, automatiseren (bijvoorbeeld tafels), breuken, procenten, meetriekstelsel, enz. Dit alles aangepast op de beelddenker.

Gebleken is ook dat wanneer deze kinderen en ook studenten bij mij in behandeling komen ze veel rustiger worden. Ze slapen beter, kunnen zich beter concentreren, worden gelukkiger en ook hun motoriek verbetert. Dit alles is ook positief voor hun leefomgeving. Hetzelfde geldt voor volwassenen.

De kunst is om hun zwakke eigenschappen te compenseren met hun sterke eigenschappen. 

Het kind is blij vanwege het begrip en omdat hij nu mee kan op school, de ouders zijn blij en de leerkracht is ook blij.



 

 
 
 
E-mailen
Bellen